Kennisbank | Arbeidsrecht

Het nieuwe nevenwerkzaamhedenbeding in de praktijk

Het nieuwe nevenwerkzaamhedenbeding in de praktijk

Per 1 augustus 2022 is de Wet Implementatie EU-Richtlijn Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden in werking getreden. Onderdeel van die wet is een nieuw wetsartikel over nevenwerkzaamheden, namelijk het nieuwe artikel 7:653a BW.

Dat nieuwe artikel verklaart dat een beding dat de werknemer verbiedt nevenwerkzaamheden te verrichten, of hem daarin beperkt, nietig is, tenzij de werkgever voor dat beding een objectieve reden heeft. Met andere woorden: een verbod of beperking op het verrichten van nevenwerkzaamheden mag niet meer, tenzij je er een goede reden voor hebt.

Inmiddels is deze wet al enkele maanden in werking. Hoe wordt ermee omgegaan in de rechtspraak?

Uitspraken tot nu toe
De eerste gepubliceerde uitspraak is van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 30 augustus 2022. In deze procedure in hoger beroep verschilden partijen onder andere van mening over de vraag of de (voormalige) werknemer tijdens het dienstverband het verbod op het verrichten van nevenwerkzaamheden had overtreden. Het interessante is dat tijdens de procedure de wet is aangepast en het nieuwe artikel 7:653a BW is ingevoerd. Het Hof nodigt partijen uit om daarop nader in te gaan en hun standpunten wellicht daarop aan te passen.

Het effect van het nieuwe artikel 7:653a BW op een beding dat voor de inwerkingtreding van dat nieuwe artikel overeengekomen was, stond ook centraal in een zaak bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden. Daar was in de toepasselijke cao een beding opgenomen dat de werknemer verbood om zonder toestemming van de werkgever beroepsmatige werkzaamheden te verrichten anders dan bij die werkgever. De werknemer had dat wel gedaan en daarmee was de werkgever, Arriva, het niet eens.

De rechter oordeelde dat er geen overgangsrecht van toepassing was en dat er daarom terecht een beroep op het nieuwe wetsartikel gedaan kon worden, ook al was het nevenwerkzaamhedenbeding voor 1 augustus 2022 overeengekomen. De werkgever had ook geen objectieve reden aangedragen die het verbod rechtvaardigde. Het gevolg daarvan was dat het beding uit de cao nietig werd verklaard. De werkgever kon daarop geen beroep meer doen en de nevenwerkzaamheden waren niet verwijtbaar.

Tot slot speelde in een procedure bij de rechtbank Rotterdam nog de vraag of de medewerker onterecht was ontslagen omdat zij zich beriep op artikel 7:653a BW. Het tweede lid van dat artikel bepaalt namelijk dat een werkgever een werknemer niet mag benadelen als deze een beroep doet op het artikel. Als de werknemer dus stelt dat een nevenwerkzaamhedenbeding nietig is op basis van de wet, mag dat voor de werkgever geen aanleiding zijn voor bijvoorbeeld ontslag. Overigens stelde de rechter in de procedure bij de rechtbank Rotterdam vast dat dit opzegverbod niet van toepassing was in die zaak.

Conclusie
Tot nu toe zijn er drie uitspraken over het nieuwe artikel 7:653a BW gepubliceerd. Daaruit kunnen de volgende voorlopige lessen worden getrokken.

De belangrijkste les: het nieuwe artikel heeft onmiddellijke werking. Een werkgever komt niet er niet mee weg door te zeggen dat een nevenwerkzaamhedenbeding voor 1 augustus 2022 overeengekomen is. De nieuwe wetgeving is direct van toepassing en dat betekent dat een verbod op nevenwerkzaamheden zonder objectieve reden nietig is. De werkgever kan er dan geen beroep meer op doen.

Dat geldt ook als een beding in de cao is opgenomen. Ook daarop is het nieuwe artikel 7:653a BW meteen van toepassing.

Tot nu toe zijn er nog geen gepubliceerde uitspraken waarin de rechter zich moest buigen over de vraag of een door de werkgever aangedragen reden wel voldoende objectief was. Dat zal in de praktijk natuurlijk steeds vaker de hamvraag worden: de werkgever meent een objectieve reden te hebben, maar de werknemer betwist dat. Het is interessant om in de gaten te houden hoe rechters daarmee zullen omgaan.

Onze tip voor werkgevers: zorg ervoor dat je een nevenwerkzaamhedenbeding in lijn met de nieuwe wetgeving brengt. Vergeet ook niet te kijken naar wat de cao zegt en neem wellicht afwijkende afspraken op met werknemers. Laat je ook adviseren over wat een goede reden kan zijn om nevenwerkzaamheden te verbieden of beperken.

Wij adviseren u daar graag over!

 

MR. G.W. (Gerwin) Wezelman

Specialisaties: strafrecht, algemeen civiel recht, contractenrecht en arbeidsrecht.

Call Now Button